Om tegemoet te komen aan de door de overheid opgelegde emissie-eisen, zoeken veel (binnenvaart)sheepseigenaars naar oplossingen en alternatieven voor de aandrijving van hun schepen. Een mogelijke optie is het uitrusten van het schip met een alternatieve krachtbron, zoals dual fuel-systemen die methanol en diesel gebruiken. Maar is het zomaar mogelijk om een bestaande motor te retrofitten, en wat voor invloed heeft dit op de werking van de motor en het gebruik van het schip? Als achtergrond voor deze studie wordt de casus van de "Bomboclat" gebruikt om tot waardevolle inzichten te komen.

Pour répondre aux exigences d’émissions imposées par le gouvernement, de nombreux propriétaires de navires de transport intérieur recherchent des solutions et des alternatives pour la propulsion de leurs navires. Une option possible consiste à équiper le navire d’une source d’énergie alternative, comme des systèmes biocarburants qui utilisent du méthanol et du diesel. Mais est-il simplement possible de retrofitter un moteur existant, et quel impact cela a-t-il sur le fonctionnement du moteur et l’utilisation du navire ? En toile de fond de cette étude, le cas du "Bomboclat" est utilisé pour obtenir des insights précieux.

NVT

Eer wordt samengewerkt met KDG, onderzoeksgroep duurzaam transport, onder leiding van Kris Martens, dit als onderdeel van een gezamelijkonderzoeksproject "Naudis" binnen de AUHA